Gemeenten willen graag investeren in het openbaar vervoer, maar moeten dan met de hoed in de hand bedelen bij het Rijk in Den Haag en krijgen niets of te weinig (Sprong over het IJ, meer metrolijnen, frequentere bussen en meer haltes, etc). Ondertussen profiteren grote ondernemingen wel van steden als goede vestigingsplek. Daarom moeten ze ook meebetalen aan het ov. Wijzig de Gemeentewet!
inwoners van gemeenten met een achterstand in openbaar vervoer-infrastructuur
een nauwkeurige definitie in de Gemeentewet die het mogelijk maakt om een belasting te heffen bij de grote ondernemingen in die gemeente die baat hebben bij grootstedelijk openbaar vervoer.
In 2020 is er een studie gedaan om belanghebbenden bij het uitbreiden van steden mee te laten betalen. De Studiegroep Alternatieve bekostiging ruimtelijke gebiedsontwikkeling concludeerde dat dit bestaat.
Uit de introductie:
Zo becijfert het CPB dat de ondertunneling van de A2 in Maastricht tot een toename in de totale woningwaarde van ongeveer 220 miljoen euro heeft geleid en dat de ondertunneling van de spoorlijn in Delft zelfs heeft geleid tot een waardestijging van 400 miljoen euro. De vraag is of en hoe dergelijke monetaire baten (meer) kunnen worden ingezet als alternatieve bekostiging5 voor de dekking van investeringskosten in het ruimtelijke domein.
Kortom, het gaat dus niet concreet om het heffen van gemeentebelasting voor de exploitatie van goed ov. Dat is het lastigste.
Wel staat er:
Zo is er een werkgroep onder voorzitterschap van BZK die onderzoek doet naar de mogelijkheden tot verruiming van het gemeentelijk belastingdomein.
Ook lastig is het uitgangspunt van de studiegroep:
profijtbeginsel mede leidend wordt in de bekostiging van projecten
terwijl de veronderstelling van deze petitie is dat beter/goed openbaar vervoer goed is voor de bedrijven. Zonder een directe kosten/baten-plaatje.
En nog een obstakel waarvoor gekozen wordt:
Een koppeling van opbrengsten aan een bepaald doel vergt daarom een aanpassing van de wet HOF en de huidige begrotingsregels.
Uiteindelijk loopt de studiegroep helemaal vast in nog meer zelf opgelegde beperkingen. De onroerende zaak belasting zou gebruikt moeten worden. De pot geld uit het Gemeentefonds komt in aanmerking. Een opslag bij ov-reizigers. Tol-, cordon,- of kilometerheffing voor automobilisten. Tegelijk mag het niet zorgen voor lastenverhoging van ingezetenen. En zo kom je dus nergens!
De studiegroep blijft met volle kracht de verkeerde kant op redeneren. Op basis van dat profijtbeginsel stellen ze zelfs als de belanghebben:
Ho ho! Corporaties, reizigers, omwonenden en ov-exploitanten wil je juist vooruit helpen. Burgers wil je verleiden het ov te gebruiken. Corporaties en ov-exploitanten hebben een sociale opdracht en zijn per definitie al verliesgevend.
Blijft over: de bedrijven. Dat de genoemde onroerend goed-maffia profiteert is een gegeven. Maar die zullen op hun beurt moeten inleveren als bedrijven extra belast worden als ze zich in die stedelijke omgeving vestigen. Bedrijven zullen immers een verhoudingsgewijs lagere m2-prijs bedingen als de gemeentelijke kosten in Amsterdam hoger zijn dan in pak 'm beet Lelystad.
Halverwege het rapport is de studiegroep zo eigenlijk al volledig ontspoord met verkeerde redeneringen.
Daarna kijken ze naar Engeland, Vlaanderen en Oslo voor voorbeelden. Was de studiegroep cultureel beperkt? Men sprak geen Frans? Want met de Engelsen, Belgen en Noren is het makkelijk kletsen. Met de Fransen niet. Ook al beheer je het Frans, dan nog zijn er culturele obstakels.
Uiteindelijk komt de studiegroep met 15 instrumenten:
Bouwers/ontwikkelaars/grondeigenaren
Vastgoed (bedrijven + particulieren)
Gebruikers/Ov-exploitanten
Overstijgend
Waarbij instrument 15 nog het meeste lijkt op wat deze petitie voorstelt. Maar de potentie ervan krijgt het predicaat 'nvt'. Maar doordat het hele kader van de studie is gebaseerd op verkeerde afslagen levert dat dit op: "De studiegroep is van mening dat regionale-en stedelijke fondsen een nuttig bijdrage kunnen leveren aan de financiering van grootschalige investeringen."
Een heel rapport met een nietszeggende zin als resultaat.